Treinongeval in Wetteren

Treinongeval legt blinde vlekken bloot

Op 4 mei 2013 ontspoorde in het Oost- Vlaamse Wetteren een goederentrein met chemische stoffen met een vreselijke brand als gevolg. Samen met het bluswater volgden de gevaarlijke stoffen verschillende verspreidingsroutes. Toen de rook eenmaal was opgetrokken en het crisiscentrum na negentien intensieve dagen kon worden ontmanteld, restte een complex schadebeeld. 

Het ongeluk vond plaats vlak bij onder meer woonhuizen, een pompstation voor rioolwater, een natuurgebied en de Schelde. Van de trein vlogen vijf tankwagons geladen met elk 60 ton acrylonitril in brand. Verspreiding van de rook via de lucht zorgde voor fall-out van rookgassen en vervolgens voor bodemverontreiniging.

Evacuatie
Wilfried van den Acker van de afdeling Milieu-inspectie van de Vlaamse Overheid, vertelde over verloop van het ongeval, de interventie, de impact op de omgeving en de aanpak van de leefmilieudiensten van de Vlaamse overheid. “Van zo’n ingrijpend onderwerp valt veel te leren”, liet hij zijn publiek weten. “Zo moesten midden in de nacht mensen uit de directe omgeving worden geëvacueerd. Er zijn foto's van politiemensen in beschermde kleding en met gasmaskers die mensen in hun pyjama over straat begeleidden. Dat valt niet goed.” Te meer daar de begeleiders zelf van niets wisten over het hoe en wat van het ongeluk. “Dat maakt het er niet gemakkelijker op om mensen te motiveren hun have en goed onmiddellijk te verlaten. Ook werd slecht nieuws beter gelezen dan goed nieuws. Sommige zaken konden echt niet door de beugel, de pers speelde soms een dubieuze rol.”

Negentien intensieve dagen
Van den Acker trad op als crisismanager. Op 4 mei werd hij vroeg in de ochtend gebeld. Direct waarschuwde hij alle betrokkenen, van gouverneur tot communicateamleden, gevolgd door overleg op het crisiscentrum. Tal van besluiten zijn daar genomen. Bijvoorbeeld om twee wagens gecontroleerd te laten uitbranden en de andere te koelen. Al gauw bleek daarbij er via rioolput dampen in de riolering kwamen. Daarop is de pompput gesloten en een buffer gecreëerd voor de opvang van vervuild water en is de riolering gespoeld. Ook werd al snel de evacuatiezone vergroot tot 250 meter. Vrijwel ieder besluit ging gepaard met het uitbrengen van een persbericht, telkens na goedkeuring van de gouverneur.
Naast het crisismanagement zelf, werd het centrum in de negentien dagen dat het functioneerde overspoeld met vragen over onder meer vissen, fietsen, niet afgedekt eten in huizen, grasmaaisel, het grazen van schapen in natuurgebied etc. Pas op 22 mei werd de rampfase beëindigd. “Het ongeluk had een serieuze impact op mensen in de directe omgeving”, aldus Van den Acker. “Dat gold overigens ook voor de medewerkers in het crisiscentrum. Sommigen waren negentien dagen dag en nacht aanwezig geweest.”

Milieugevolgen
Overigens vielen de milieugevolgen uiteindelijk mee. In eerste instantie was weliswaar sprake van vrij ernstige bodemverontreiniging, maar dit kon op de ongevallocatie grotendeels worden afgegraven. Aanvullend zijn drains aangelegd om vervuild grondwater weg te pompen richting zuiveringsinstallatie. Nu is nog slechts sprake van een kleine restverontreiniging. De financiële nasleep zal nog wel lange tijd duren. “Dit is een juridische kwestie waar nog niets over te zeggen valt.”

 

Presentaties en foto's jaarcongres Relevant 2013