Nieuws
Inspectieruimte BRZO volgroeid maar niet uitgeleerd
Geplaatst op: 14 april 2010
De arbeidsinspectie, provincies, gemeenten en brandweer werken samen in het toezicht op bedrijven die vallen onder het Besluit Risico's, Zware Ongevallen (BRZO). Daarbij hanteren zij een gezamenlijke inspectiemethode, NIM-BRZO (NIM: Nieuwe Inspectiemethode). Sinds 2008 werken de inspecteurs de resultaten van de inspecties die vastgelegd worden in gezamenlijke waarnemingen, bevindingen en conclusies uit in de Gemeenschappelijke Inspectieruimte (GIR) BRZO. Twee jaar na de ingebruikname van GIR BRZO maakt Paul van Lieshout, Hoofd Strategie van de Directie Major Hazard Control binnen de Arbeidsinspectie de balans op.
In 2003 startten de toezichthouders met het verbeterprogramma BeteRZO. Het bedrijfsleven had duidelijk gemaakt behoefte te hebben aan deskundig toezicht dat landelijk uniform is, waar dat toendertijd nog erg regionaal georganiseerd was. Een belangrijk onderdeel van het verbeterprogramma was de ontwikkeling van een Nieuwe Inspectiemethode (NIM). Deze methodiek gaat uit van 5 hoofdvragen:
Zijn de juiste gevaren/risico's onderkend?
Zijn de juiste maatregelen goed onderhouden?
Worden de maatregelen goed onderhouden?
Is er een deugdelijk beheerssysteem, waarmee bovenstaande activiteiten geborgd zijn?
Voert het bedrijf alles overziend het juiste preventiebeleid?
De methodiek schrijft voor hoe te inspecteren, maar de inspectieruimte maakt het praktisch ook echt mogelijk. Door gezamenlijk de resultaten van de inspecties vast te leggen en bevindingen en conclusies uit te werken, blijven we dicht bij de kern van BRZO: veiligheid en preventie.
De Inspectieruimte BRZO heeft een aantal kenmerken die volgens Van Lieshout bepalend zijn voor het succes. De GIR BRZO heeft inmiddels zo'n 200-250 vaste gebruikers en zal binnenkort in beheer worden genomen door Logius onder de nieuwe naam: Inspectieruimte BRZO. De ontwikkeling van de inspectieruimte is min of meer voltooid. Verwacht wordt dat in de toekomst BRZO-bedrijven toegang kan worden verleend tot bepaalde onderdelen van de Inspectieruimte. Door de vastgelegde resultaten van de inspecties te delen en de bundelen wordt verwacht dat de kennis over de naleving van het BRZO en de achterliggende oorzaken van eventuele knelpunten aan weerszijden worden verbeterd.