Nieuws
Zeeland en Zuid-Holland gaan samenwerken in het toezicht op risicovolle bedrijven
Geplaatst op: 8 januari 2013
De provincies Zeeland en Zuid-Holland gaan vanaf 1 januari 2013 als eerste provincies gaan samenwerken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving bij risicovolle bedrijven.
De gedeputeerden voor milieu van beide provincies ondertekenden daarvoor op 19 december een intentieverklaring.
Met ingang van 1 januari 2013 worden de vergunningen en inspecties bij risicovolle bedrijven in Zeeland en Zuid-Holland gecoördineerd vanuit één Regionale Uitvoeringsdienst (RUD). Dit coördinatiepunt is ondergebracht bij de DCMR Milieudienst Rijnmond, de dienst die dit toezicht al doet bij alle risicovolle bedrijven in het Rijnmondgebied. Binnen deze verandering kunnen de bedrijven gewoon terecht bij dezelfde uitvoeringsdienst als waar zij voorheen zaken mee deden. Er vindt geen wijziging plaats in het bevoegd gezag.
Gedeputeerde van de provincie Zeeland, George van Heukelom: "Vanaf 1-1-2013 gaat de Provincie Zeeland voor vergunningverlening, toezicht en handhaving bij de Brzo-bedrijven van start met een aantal uitvoeringsafspraken tussen Zeeland en DCMR. De doelstelling is om de sterke punten van de betrokken organisaties te combineren waardoor er een kwaliteitsverbetering in de uitvoering ontstaat".
Rik Janssen, gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland: ”Bedrijven zijn als eerste zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van hun risicovolle activiteiten. Tegelijkertijd mogen burgers er van uit gaan dat de overheid op een adequate manier vergunningen verleent, toezicht houdt en bij overtredingen consequent handhaaft. Door de uitvoering voor Zeeland en Zuid-Holland te concentreren bij één Regionale Uitvoeringsdienst ontstaat meer efficiëntie, kwaliteit en uniformiteit”.
Jan van den Heuvel, directeur BRZO RUD DCMR Milieudienst Rijnmond: ”We zijn er trots op dat het is gelukt een BRZO RUD neer te zetten zonder stelselwijziging. Nu gaan we het gezamenlijk waarmaken. En dat kan niet zonder de samenwerking met de betrokken RUD’s en provincies.”