Het brand- en explosievoorschriftengebied

De gemeente wijst de aandachtsgebieden aan als voorschriftengebieden. Dat is verplicht als ze nieuwe zeer kwetsbare gebouwen wil toestaan in het aandachtsgebied. In een voorschriftengebied gelden extra bouweisen. Het brand- en explosievoorschriften wordt in de verdere tekst het bouwvoorschriftgebieden genoemd. Meer informatie over het bouwvoorschriftengebied staat in het Handboek omgevingsveiligheid.

Wat is de juridische betekenis van het bouwvoorschriftengebied?

Op grond van artikel 5.14, derde lid van het Bkl moet de gemeente in het omgevingsplan in elk geval de locaties in een brand- of explosieaandachtsgebied waar een zeer kwetsbaar gebouw is toegelaten aanwijzen als brand- of explosievoorschriftengebied. Deze aanwijzing betreft zowel benutte als nog niet benutte bebouwingsmogelijkheden voor een zeer kwetsbaar gebouw. De aanvullende bouwtechnische eisen gelden alleen voor nieuwbouw.

Als in een omgevingsplan een (deel van een) brand- of explosieaandachtsgebied is aangewezen als bouwvoorschriftengebied, gelden in dat gebied alleen voor nieuw te bouwen gebouwen aanvullende bouwvoorschriften. Dit volgt uit het eerste lid van artikel 4.1 van het Bbl.

De aanvullende bouwvoorschriften zijn opgenomen in de artikelen 4.90 tot en met 4.96 van het Bbl. Deze aanvullende bouwvoorschriften zijn geformuleerd als prestatie-eisen die tot doel hebben de gevolgen van een van buiten komende brand of explosie voor personen in een gebouw te beperken. Voor de bescherming tegen gifwolken gelden generieke eisen die onafhankelijk van een aandachtsgebied voor nieuw te bouwen gebouwen gelden.

Wat wordt verstaan onder nieuwbouw?

Naast de gebruikelijke betekenis van nieuwbouw, is er ook sprake van nieuwbouw als het vorige bouwwerk met uitzondering van de gehele of gedeeltelijke fundering is gesloopt. Dit volgt uit het tweede lid van artikel 4.1 van het Bbl.

Bij functiewijziging of verbouw van een bestaand gebouw (bijvoorbeeld een kantoorpand waarin appartementen worden gebouwd) is geen sprake van nieuwbouw in de zin van het Bbl.

Voor bebouwingsmogelijkheden die voorafgaand aan de aanwijzing van het voorschriftengebied in het bestemmingsplan bestonden en waarvan nog geen gebruik is gemaakt, moet het overgangsrecht uitsluitsel geven. Dit overgangsrecht wordt geregeld in het Invoeringsbesluit.

Als in een omgevingsplan een (deel van een) brand- of explosieaandachtsgebied is aangewezen als bouwvoorschriftengebied, gelden aanvullende bouwvoorschriften voor nieuwbouw na de aanwijzing van een bouwvoorschriftengebied.

Hoe vindt de bestuurlijke afweging plaats?

Op grond van het derde lid van artikel 5.14 kan de gemeente besluiten om een deel van het aandachtsgebied niet aan te wijzen als bouwvoorschriftengebied. Deze bevoegdheid geldt niet voor locaties in het omgevingsplan waar een zeer kwetsbaar gebouw is toegelaten. Hier is de verplichting tot aanwijzing van het bouwvoorschriftengebied in het omgevingsplan dwingend en heeft de gemeente geen afwegingsruimte.

De reden dat voor de aanwijzing een besluit nodig is (het omgevingsplan) ligt in het feit dat de gemaakte afweging door de rechter in beroep getoetst kan worden. Op deze wijze kunnen burgers en bedrijven invloed uitoefenen om hun eigen belangen te beschermen; dat belang kan óók de instandhouding van het bouwvoorschriftengebied zijn.

Bij de afweging om (niet) tot aanwijzing van een bouwvoorschriftengebied over te gaan kunnen de hoogte van het risico dat de activiteit veroorzaakt en de evenredigheid van kosten en baten een rol spelen. In de Handreiking omgevingsveiligheid van het RIVM wordt op het nut en de noodzaak van het treffen van aanvullende bouwtechnische maatregelen ingegaan.

Welke functie heeft een bouwvoorschriftengebied?

Een bouwvoorschriftengebied dient er toe om de gebruikers van gebouwen aanvullende bescherming te bieden tegen de gevolgen van een van buiten komende brand of explosie. 

Door de verplichte aanwijzing in het omgevingsplan van locaties binnen een brand- of explosieaandachtsgebied waar een zeer kwetsbaar gebouw is toegelaten als brandvoorschriftengebied respectievelijk explosievoorschriftengebied, worden gebruikers van nieuwe zeer kwetsbare gebouwen beschermd tegen een van buiten komende brand of explosie waar een gevaarlijke stof bij betrokken is. Bij een zich ontwikkelend incident met brand of explosie wordt gebruikers van zeer kwetsbare gebouwen een vergelijkbaar handelingsperspectief geboden met dat van zelfredzame personen. Deze kunnen immers een gebouw ontvluchten en binnen een half uur op veilige afstand zijn. Voor een ziekenhuis kan deze ontruimingstijd oplopen tot meer dan 24 uur. Daarom moeten locaties voor zeer kwetsbare gebouwen die binnen een aandachtsgebied liggen altijd in het omgevingsplan worden aangewezen als bouwvoorschriftengebied.

Deze omgevingsmaatregel kan daarnaast ook worden overwogen voor een beperkt kwetsbaar of kwetsbaar gebouw binnen een risicogebied externe veiligheid, als bedoeld in artikel 5.16 van het Bkl. Hier is het risico immers veel hoger door de ligging tussen bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken. 

Het nut en de noodzaak van de aanwijzing van een voorschriftengebied dienen, vanwege de relatief hoge kosten, goed te worden onderbouwd. De aanwijzing van het bouwvoorschriftengebied kan reden zijn om nieuwbouw buiten dit gebied te laten plaatsvinden. Omgekeerd kan de aanwijzing in een groeikern worden toegepast om de risico’s van bouw dichter bij de risicobron aanvaardbaar te maken.

Om welke bouwvoorschriften gaat het? Hoe kan de gemeente gelijkwaardige maatregelen borgen in het omgevingsplan.

De aanvullende bouwvoorschriften zijn opgenomen in de artikelen 4.90 tot en met 4.96 van het Bbl. Voor het brandvoorschriftengebied is voorgeschreven dat het gebouw gedurende tenminste 60 minuten brandwerend is voor een brandbelasting van buiten naar binnen en dat er vluchtroutes zijn in de richting tegengesteld aan de brandhaard. Voor het explosievoorschriftengebied wordt beglazing voorgeschreven om scherfwerking naar binnen bij een explosie van buitenaf te voorkomen. 

Als algemene regels over een activiteit - bijvoorbeeld een bouwactiviteit of een milieubelastende activiteit - voorschrijven dat een maatregel moet worden getroffen, kan op aanvraag toestemming worden verleend om, in plaats daarvan, een gelijkwaardige maatregel te treffen. Met de gelijkwaardige maatregel moet ten minste hetzelfde resultaat worden bereikt als met de voorgeschreven maatregel is beoogd. Dit is geregeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet.

Met de bepaling over gelijkwaardigheid in de Omgevingswet is beoogd ruimte te bieden voor het toepassen van innovatieve oplossingen. Het hoeft bij alternatieve oplossingen voor bouwmaatregelen niet noodzakelijkerwijs te gaan om voorzieningen aan het gebouw zelf. Gelijkwaardige maatregelen kunnen ook betrekking hebben op het gebied tussen de risicobron en de kwetsbare omgeving of om andersoortige beschermende maatregelen dan bouwkundige maatregelen. Een voorbeeld van een andere dan een bouwkundige maatregel is het toepassen van venstertijden voor de bevoorrading van een activiteit met gevaarlijke stoffen. Door bijvoorbeeld een tankstation ’s nachts met brandstoffen te bevoorraden, lopen de gebruikers van een nabijgelegen kinderdagverblijf dat overdag wordt gebruikt geen gevaar. Ook de natuurlijke gesteldheid van het gebied of de aanwezigheid van hoge bebouwing tussen een risicobron en een kwetsbaar of zeer kwetsbaar gebouw kan er toe leiden dat wordt afgezien van de aanwijzing van de locatie voor het kwetsbare of zeer kwetsbare gebouw als bouwvoorschriftengebied. Het is van belang er op te wijzen dat de afweging van bouwkundige maatregelen niet op zichzelf staat maar steeds moet worden betrokken bij de bredere bestuurlijke afweging van beschermende maatregelen binnen een aandachtsgebied. Zo is het wenselijk dat ook bij de aanwezigheid van tussengelegen bebouwing maatregelen op het gebied van risicocommunicatie, vlucht- en schuilmogelijkheden voor minder zelfredzame personen en de mogelijkheden voor hulpverlening en rampbestrijding worden meegewogen.

Waar wordt het bouwvoorschriftengebied zichtbaar?

De geometrische begrenzing van een brand- of explosie voorschriftengebied wordt op grond van het vierde lid van artikel 5.14 Bkl in het omgevingsplan vastgelegd. In het geval van een projectbesluit kan het Rijk of de provincie (een deel van) het aandachtsgebied aanwijzen als brand- of explosievoorschriftengebied.

Wie gaat het bouwvoorschriftengebied digitaal vastleggen?

De gemeente legt de bouwvoorschriftengebieden digitaal vast in het omgevingsplan.

De aanwijzing van een bouwvoorschriftengebied is gekoppeld aan de risicovolle activiteit en aan de in dit gebied toegelaten gebouwen en locaties. Hoe werken wijzigingen van het gebruik door in het omgevingsplan?

Als een bestaand beperkt kwetsbaar of kwetsbaar gebouw door functiewijziging een zeer kwetsbaar gebouw wordt (bijvoorbeeld als een flat in plaats van een woonfunctie een gezondheidsfunctie met een bedgebied krijgt), zal de extra bescherming voor de bewoners en gebruikers op een andere wijze inhoud moeten krijgen dan door het toepassen van aanvullende bouwvoorschriften. De aanvullende bouwvoorschriften uit het Bbl gelden immers alleen voor nieuwbouw. Met het oog op het nieuwe gebruik van het gebouw zal de betreffende locatie wel moeten worden aangewezen als bouwvoorschriftengebied.

Wanneer geldt er een bouwvoorschriftengebied?

Een bouwvoorschriftengebied geldt zodra een (deel van een) brand- of explosieaandachtsgebied in een omgevingsplan is aangewezen als bouwvoorschriftengebied. In het Invoeringsbesluit wordt geregeld hoe wordt omgegaan met een al verleende omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw of voor een aanvraag van een omgevingsvergunning voordat de aanwijzing in het omgevingsplan heeft plaatsgevonden. Ook zal uit het overgangsrecht in het Invoeringsbesluit duidelijk worden binnen welke termijn de aanwijzing in het omgevingsplan voor locaties waar een zeer kwetsbaar gebouw is toegelaten moet plaatsvinden.

 

Terug naar de vragen en antwoorden omgevingswet


De vragen en antwoorden zijn opgesteld door het ministerie IenW. Voor opmerkingen en (nieuwe) vragen kunt u contact opnemen met Omgevingsveiligheid IenW.