Vragen en antwoorden over de omgevingswet - Omgevingsplan

Omgevingsplan

Hoe kun je in een omgevingsplan risicovolle activiteiten uitsluiten?
Door te verwijzen naar de betreffende onderdelen van bijlage VII bij het Bkl.

Mag je in een omgevingsvisie of omgevingsplan aangeven dat zeer kwetsbare gebouwen in algemene zin worden geweerd?
Ja, je kunt altijd locaties aanwijzen waar de bouw of vestiging van zeer kwetsbare gebouwen niet is toegestaan.

De aandachtsgebieden zijn gekoppeld aan activiteiten. Hoe kun je dan in een omgevingsplan een aandachtsgebied ‘reserveren’? Kun je dan ook een voorschriftengebied aanwijzen?
Als in een gebied activiteiten uit bijlage VII worden toegelaten, in verband met die activiteiten eventueel een ruimer aandachtsgebied kan toelaten. In de toelichting op artikel 5.14, eerste lid, Bkl, wordt gesproken over omgevingsplannen waarvan de ‘concrete invulling’ nog niet vaststaat. Dat veronderstelt dat het omgevingsplan die activiteiten met zoveel woorden toelaat of in meer algemene termen onder verwijzing naar een of meer categorieën van bijlage VII toelaat.
In het gereserveerde gebied kan een voorschriftengebied worden aangewezen. Dit volgt uit artikel 5.14, eerste lid, Bkl: voorschriftengebieden zijn mogelijk daar waar aandachtsgebieden zijn toegelaten.

Hoe kun je ruimtelijk omgaan met (gevaarlijke) stoffen die niet onder het EV-beleid vallen. Bijvoorbeeld waterleidingen. Kun je hiervoor ook aandachtsgebieden opnemen?
Nee. Dat zijn dan geen aandachtsgebieden in de zin van Bkl. Wel kun je met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties, zones (=locaties) aanwijzen waar regels gelden die nodig zijn vanwege externe veiligheid.  

Naast de PR-6 contour bestaan er de PR10-7 en PR10-8 contouren rond/langs MBA’s: op welke wijze kunnen gebruikt worden voor het stellen van extra veiligheidseisen/opleggen van beperkingen?
Omgevingsplannen kunnen binnen die contouren regels bevatten in het belang van een gezonde en veilige fysieke leefomgeving. Een gemeente is hierin i.b. vrij, binnen de grenzen die de Omgevingswet stelt (denk hierbij aan instructieregels). Ook zal de noodzaak van die regels gemotiveerd moeten worden, waarbij de algemene beginselen van behoorlijk bestuur moeten worden gevolgd (o.a. Awb). Bouwkundige maatregelen kunnen niet enkel binnen deze risicocontouren worden gesteld. Daarvoor is aanwijzing als voorschriftengebied, etc. nodig. 

De aanwijzing van een bouwvoorschriftengebied is gekoppeld aan de risicovolle activiteit en aan de in dit gebied toegelaten gebouwen en locaties. Hoe werken wijzigingen van het gebruik door in het omgevingsplan?
Als een bestaand beperkt kwetsbaar of kwetsbaar gebouw door functiewijziging een zeer kwetsbaar gebouw wordt (bijvoorbeeld als een flat in plaats van een woonfunctie een gezondheidsfunctie met een bedgebied krijgt), zal de extra bescherming voor de bewoners en gebruikers op een andere wijze inhoud moeten krijgen dan door het toepassen van aanvullende bouwvoorschriften. De aanvullende bouwvoorschriften uit het Bbl gelden immers alleen voor nieuwbouw. Met het oog op het nieuwe gebruik van het gebouw zal de betreffende locatie wel moeten worden aangewezen als bouwvoorschriftengebied.

Hoe ga je dan om met oude woningen die net buiten het aandachtsgebied liggen?
zie https://omgevingsveiligheid.rivm.nl/bescherming
Afstand houden ten opzichte van bestaande gebouwen en/of buitenactiviteiten
Mensen in bestaande gebouwen zijn niet zonder meer volledig beschermd wanneer deze in of buiten (maar in de nabijheid van) een aandachtsgebied zijn gelegen. Welke bescherming bestaande woningen bieden, is maatwerk. Het spreekt voor zich dat een monumentale houten woning een ander soort bescherming biedt tegen brand dan hoogbouw uit de periode eind 1960. Ook mensen die buiten lopen, zowel binnen als buiten een aandachtsgebied, zijn niet zonder meer beschermd. Voor locaties met buitenactiviteiten en bestaande gebouwen kan het daarom zinvol zijn om aanvullend op afstand houden ook andere beschermingsmaatregelen te treffen.

Kun je in een omgevingsplan een meldplicht opnemen voor niet-meldingsplichtige activiteiten?
Meldplicht MBA (H3 en 4 Bal): nee (art. 2.14 Bal staat daaraan in de weg)
Andere meldplichten voor omgevingsplanactiviteiten: ja (art. 4.1 en 4.4 Ow), bijvoorbeeld een meldplicht voor bouwactiviteiten waarvoor geen vergunningplicht o.g.v. het Bbl geldt, of activiteiten die voorheen in het Activiteitenbesluit waren geregeld, maar niet (meer terugkeren) in het Bal.

Kwetsbaarheid, nieuwbouw en functiewijziging

Zijn de lijsten van (beperkt, zeer) kwetsbare gebouwen en locaties limitatief?
Opsomming is limitatief: “2. Beperkt kwetsbare, kwetsbare en zeer kwetsbare gebouwen en beperkt kwetsbare en kwetsbare locaties zijn de gebouwen en locaties, bedoeld in bijlage VI.” (er staat niet ‘in ieder geval’, ‘zoals’, o.i.d.). Sommige categorieën zijn wel vrij algemeen beschreven (en die kun je als planwetgever dus nader invullen). Voor de goede orde: de in het Bkl geregelde instructieregels voor externe veiligheid zijn minimum voorschriften. Het staat een gemeente vrij beperkt kwetsbare gebouwen te behandelen als kwetsbare gebouwen (dus niet binnen de PR10-6 contour toe te laten of onder voorwaarden toe te laten in het omgevingsplan.

Vitale infrastructuur is nu een beperkt kwetsbaar object. Is dat straks een beperkt kwetsbaar gebouw/locatie?
Vitale infrastructuur is niet opgenomen in bijlage VI bij het Bkl. Het belang van bescherming van deze functies zal via art. 5.2 Bkl moeten worden geborgd. Daarnaast kan vitale infrastructuur in voorkomende gevallen profiteren van omgevingsmaatregelen die op grond van artikel 5.15 worden getroffen ter bescherming van personen in een aandachtsgebied.

Hoe moet omgegaan worden met het begrip ‘celfunctie’?
Toelichting: Toets je t.o.v. alleen de cel of t.o.v. het hele gebouw? Vb. Een cel in een politiebureau of op de pier op Schiphol.

Antwoord: Zie bijlage VI: ‘alleen voor zover het gaat om die gebruiksfunctie’.

Wat wordt verstaan onder nieuwbouw?
Naast de gebruikelijke betekenis van nieuwbouw, is er ook sprake van nieuwbouw als het vorige bouwwerk met uitzondering van de gehele of gedeeltelijke fundering is gesloopt. Dit volgt uit het tweede lid van artikel 4.1 van het Bbl.

Bij functiewijziging of verbouw van een bestaand gebouw (bijvoorbeeld een kantoorpand waarin appartementen worden gebouwd) is geen sprake van nieuwbouw in de zin van het Bbl.

Voor bebouwingsmogelijkheden die voorafgaand aan de aanwijzing van het voorschriftengebied in het bestemmingsplan bestonden en waarvan nog geen gebruik is gemaakt, moet het overgangsrecht uitsluitsel geven. Dit overgangsrecht wordt geregeld in het Invoeringsbesluit.

Als in een omgevingsplan een (deel van een) brand- of explosieaandachtsgebied is aangewezen als bouwvoorschriftengebied, gelden aanvullende bouwvoorschriften voor nieuwbouw na de aanwijzing van een bouwvoorschriftengebied.

Als een gebouw van functie wijzigt van kwetsbaar naar zeer kwetsbaar, welke mogelijkheden heb je dan als gemeente eventueel om dit tegen te gaan en hoe werkt dit in de praktijk?
Als een bestaand gebouw door functiewijziging een zeer kwetsbaar gebouw wordt is dit geen nieuwbouwsituatie zoals bedoeld in het Bbl. Alleen als hierover iets in het omgevingsplan wordt opgenomen kan dit tegen worden gegaan.

Wordt een geprojecteerd (dus wel toegelaten in bestemmingsplan, maar nog niet gebouwd) zeer kwetsbaar gebouw beschouwd als “bestaand”?
Ja, dat is de hoofdregel van de Ow en het Bkl. Als ook de fysieke aanwezigheid een rol speelt, is dat uit de betreffende regel af te leiden. Met “bestaand” zal in dit verband bedoeld zijn: een gebouw waarop de regels over het waarborgen van de veiligheid uit hoofdstuk 5 Bkl van toepassing zijn, d.w.z. een te beschermen gebouw.

Ga terug naar de hoofdpagina vragen en antwoorden voer de omgevingswet (FAQ)