Nieuws

Maak rekennormen minder bepalend in het risicobeleid

Geplaatst op: 1 juli 2014

Maak rekennormen in het veiligheidsbeleid minder bepalend, en doe meer recht aan de afzonderlijke beschrijving van de kansen en de gevolgen die spelen bij risico’s. In de samenleving is er regelmatig discussie over risico’s en veiligheid.

Dit speelt op nationaal en op lokaal niveau en op een groot aantal terreinen, van waterveiligheid tot luchtkwaliteit en van vervoer van gevaarlijke stoffen tot de toepassing van technologische innovaties als nano-technologie. Er is behoefte aan een nieuw risicobeleid, met meer samenhang in de risicobeoordeling en –afweging. Vandaag heeft staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu het advies ‘Risico’s gewaardeerd, naar een transparant en adaptief risicobeleid’ in ontvangst genomen.

De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) concludeert dat de klassieke cijfermatige berekeningen van risico's op basis van kans maal effect te beperkt zijn en onvoldoende ruimte laat voor andere inzichten, voor een bredere afweging en voor maatwerk. De raad pleit ervoor de kansen en effecten afzonderlijk te beschrijven. In deze beschrijving dient onderscheid gemaakt te worden tussen risico’s voor individuele personen, voor het milieu en de economie en de samenleving. De raad verwacht dat hiermee het beleid transparanter wordt, beter navolgbaar en beter geaccepteerd. Dit maakt het beleid consistenter. Volledige consistentie is echter niet mogelijk. Beleidsmakers moeten in de maatschappelijke dialoog erkennen dat inconsistenties en tegengestelde belangen, bijvoorbeeld tussen maatschappelijk belang en individueel belang of tussen kosteneffectiviteit en rechtvaardigheid niet altijd weg te nemen zijn. Een verkenning van de mogelijkheden voor eerlijker verdeling van lusten en lasten van risicovolle activiteiten, inclusief compensatie, en een meer adaptief omgaan met strenge getalsmatige normen acht de raad onontbeerlijk.

De raad ziet in de discussie over het risicobeleid in Nederland een aantal terugkerende knelpunten. Wij leven in een relatief veilige samenleving, hoe kosteneffectief is extra overheidsbeleid gericht op minder risico’s? Een risicovolle activiteit die voor Nederland als geheel verstandig is, kan voor individueel betrokkenen onacceptabel zijn, bijvoorbeeld het vervoer van gevaarlijke stoffen. Een bijkomend dilemma is dat nieuwe risico’s, bijvoorbeeld omtrent nano-technologie en genetische manipulatie, lastig te kwantificeren zijn. Vaak zijn noch de effecten bekend, noch de kans dat er effecten optreden. Het klassieke risicobeleid is hierop niet berekend. Regering en parlement vragen een integraal afwegingskader voor risico’s in het fysieke domein.

Het risicobeleid roept heftige emoties op, deze zijn mede het gevolg van maatschappelijke risicopercepties en morele opvattingen over hoe de maatschappij in gericht zou moeten zijn. Er zijn verschillen in hoe we risico’s en effecten zien en waarderen, los van kans en effect. De raad wijst erop dat de emoties te vaak worden gezien als irrationeel, terwijl ze in de praktijk juist een belangrijke bron blijken te zijn van morele of rationele inzichten. De raad adviseert daarom om burgers meer en op een andere manier en in alle fasen van de besluitvorming mee te nemen.

Het advies van de Rli ‘Risico’s gewaardeerd, naar een transparant en adaptief risicobeleid’ is samen met het advies van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ‘Consistent maatwerk, handreikingen voor dossieroverstijgend risico- en veiligheidsbeleid’ aangeboden.

Bron: Raad voor de leefomgeving en infrastructuur