Thema's

Saneren

Inrichtingen
Op grond van het BEVI moeten situaties waarbij kwetsbare objecten binnen de veiligheidsafstand (PR10-6) liggen, worden gesaneerd. Dit betekent niet meteen dat een bedrijf naar een andere locatie moet verhuizen. Een bedrijf kan maatregelen nemen om de risico's te verminderen; bijvoorbeeld door fysieke maatregelen (bijvoorbeeld de verplaatsing van een vulpunt) of door omvang van de risicovolle activiteiten te verminderen dan wel te staken (zoals de uitgifte van LPG door een tankstation). Soms zijn maatregelen in de omgeving van het bedrijf de beste oplossing. Voor een aantal bedrijfscategorieën (LPG-tankstations, ammoniakkoelinstallaties en PGS-opslagplaatsen) gelden standaard-veiligheidsafstanden, zoals vastgelegd in de Regeling externe veiligheid inrichtingen. Voor andere bedrijven (zoals bedrijven die onder het Brzo vallen) moet een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) worden uitgevoerd om de PR10-6-contour te bepalen.

Vervoer gevaarlijke stoffen
De veiligheidsnormen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn vooralsnog niet wettelijk verankerd op dezelfde manier als de veiligheidsnormen die gelden voor inrichtingen in het BEVI. Voor het vervoer over wegen, waterwegen of spoorwegen gelden op dit moment de normen uit de nota Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen en de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Voor de sanering van situaties waarbij kwetsbare objecten binnen de 10-6 contour van een weg, waterweg of spoorweg liggen, worden specifieke regels opgenomen in het Besluit Externe Veiligheid Transport. Zie ook de pagina Basisnet.

In 2011 trad het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen (BEVB) in werking. Het BEVB schrijft voor dat onder andere situaties moeten worden gesaneerd waarbij kwetsbare objecten binnen een PR10-6 liggen van een buisleiding. De Nederlandse Gasunie NV is de eerste leidingbeheerder die een plan van aanpak heeft opgesteld voor saneringsituaties bij hoge druk aardgasleidingen. Op de subpagina 'Aanpak saneringsituaties hoge druk aardgasleidingen' kunt u hierover meer teruglezen.

Voorkomen nieuwe knelpunten
Relevant is ook het voorkómen van nieuwe saneringssituaties. Soms biedt het bestemmingsplan de ruimte om nieuwe kwetsbare objecten binnen een 10-6 contour op te richten (latente saneringssituaties). Die latente saneringssituaties moeten voorkomen worden omdat zij vrijwel ongemerkt kunnen overgaan in nieuwe saneringssituaties. Er zijn diverse handreikingen met model-voorschriften voor het verwoorden van EV in ruimtelijke plannen beschikbaar. Zie onderstaande Praktijk & uitvoering en de themapagina Ruimtelijke Ordening. Door het aanpassen van een bestemmingsplan kan soms ook planschade ontstaan. Voor het voorkomen en beperken van planschade: zie de tips en tricks Ruimtelijke Ordening en Saneren.

Actuele ontwikkelingen

  • In 2012 treedt het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev) in werking. In november 2008 is een ambtelijk concept van het Besluit transportroutes externe veiligheid gepubliceerd. Hierin staan regels op het gebied van externe veiligheid voor de ruimtelijke inrichting rond wegen, waterwegen en spoorwegen met vervoer van gevaarlijke stoffen.
  • Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) zijn op 1 januari 2011 in werking getreden. De normstelling is in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).

Wet- en regelgeving

Praktijk & uitvoering

Achtergrondinformatie

Websites

Helpdesks

Zie ook